Patella(sub)luxatie

Patella (sub)luxatie verwijst naar een gedeeltelijke of volledige ontwrichting van de knieschijf (patella) uit haar normale positie binnen de groeve aan het einde van het dijbeen. De knieschijf glijdt normaal gesproken soepel in een groef aan de voorkant van de knie, maar bij een patella luxatie verschuift de knieschijf naar de zijkant, meestal naar buiten. Dit kan plotselinge pijn en instabiliteit in de knie veroorzaken en komt vaak voor bij jongeren en atleten.

De belangrijkste symptomen van een patella luxatie zijn plotselinge, hevige pijn in de knie, zwelling, en het gevoel dat de knie “uit de kom” is. Vaak is er sprake van duidelijke vervorming van de knie, waarbij de knieschijf naar de zijkant is verschoven. Bij een subluxatie (gedeeltelijke ontwrichting) kan de knieschijf tijdelijk uit positie zijn geweest, maar weer vanzelf terug zijn geschoten, wat leidt tot kortdurende pijn en instabiliteit. Andere symptomen kunnen zijn beperkte bewegingsvrijheid in de knie, gevoeligheid bij aanraking, en gevoel van instabiliteit in de knie, vooral bij lopen of traplopen.

De oorzaken van patella luxatie zijn vaak gerelateerd aan anatomische afwijkingen, zoals een ondiepe groeve, zwakke of onevenwichtige spieren rond de knie, of abnormale uitlijning van de benen. Traumatische oorzaken, zoals een val of een directe klap tegen de knie, kunnen ook leiden tot luxatie. Bij sommige mensen is de knieschijf van nature vatbaarder voor ontwrichting, vooral bij snelle draaibewegingen of plotselinge veranderingen in richting tijdens sporten.

Bepaalde risicogroepen zijn vatbaarder voor patella luxatie. Dit zijn onder andere jonge atleten, vooral degenen die sporten beoefenen die draaien, springen of plotselinge richtingsveranderingen vereisen, zoals basketbal of voetbal. Ook mensen met anatomische predisposities, zoals een ondiepe patellagroeve, zijn vatbaarder voor deze aandoening. Vrouwen lopen ook een verhoogd risico vanwege een breder bekken, wat kan leiden tot een grotere hoek tussen de heupen en knieën (de Q-hoek), wat de stabiliteit van de knieschijf beïnvloedt.

De behandeling van patella luxatie hangt af van de ernst van de blessure. In het geval van een volledige luxatie, moet de knieschijf zo snel mogelijk terug in positie worden gebracht, vaak door een medische professional. Na repositie kan het been in een brace of spalk worden geplaatst om de knie te stabiliseren en de genezing te bevorderen. Fysiotherapie is een belangrijk onderdeel van het herstel en richt zich op het versterken van de spieren rond de knie en het verbeteren van de uitlijning en stabiliteit van de knieschijf. Bij terugkerende luxaties of ernstige anatomische afwijkingen kan een chirurgische ingreep nodig zijn om de knieschijf op zijn plaats te houden en verdere luxaties te voorkomen.

Preventie van toekomstige luxaties omvat het versterken van de quadriceps en hamstrings om de stabiliteit van de knie te verbeteren, evenals het vermijden van bewegingen die een luxatie kunnen uitlokken. Het dragen van een brace of taping tijdens het sporten kan ook helpen om de knieschijf op zijn plaats te houden.

Als je symptomen van een patella luxatie ervaart of als de knie instabiel blijft na een eerdere luxatie, is het belangrijk om een arts te raadplegen voor een juiste diagnose en behandeling. Vroege interventie kan helpen om verdere schade te voorkomen en de functie van de knie te herstellen.

Recente Artikelen

nl_NLDutch