Mijn baby heeft een afgeplat hoofdje

Een afgeplat hoofdje, ook wel plagiocefalie genoemd, is een veelvoorkomende aandoening bij baby’s waarbij een deel van het hoofd afgeplat lijkt. Dit komt meestal door langdurige druk op één kant van het hoofd, vaak als gevolg van het liggen in dezelfde positie. Plagiocefalie kan cosmetisch opvallend zijn, maar heeft meestal geen invloed op de hersenontwikkeling of algehele gezondheid van de baby.

De meest voorkomende symptomen van een afgeplat hoofdje zijn een afgevlakte plek aan de achterkant of zijkant van het hoofd, en in sommige gevallen kan het voorhoofd of de oren asymmetrisch lijken. De afgeplatte plek kan variëren in grootte en ernst, afhankelijk van hoe lang en hoe vaak de baby in dezelfde positie heeft gelegen. Sommige baby’s hebben ook een lichte verplaatsing van het voorhoofd of de ogen aan de kant van het afgeplatte gebied.

De oorzaak van een afgeplat hoofdje is meestal positionele plagiocefalie, wat betekent dat het ontstaat door druk op het hoofd als de baby vaak op dezelfde plek ligt, bijvoorbeeld in de wieg, kinderwagen, of autostoel. Baby’s die vaak op hun rug slapen zonder regelmatig te worden omgedraaid of rechtop gehouden, hebben meer kans op het ontwikkelen van plagiocefalie. Een andere oorzaak kan torticollis zijn, een aandoening waarbij de nekspieren van de baby verkort zijn, waardoor het hoofd in één richting wordt gedraaid.

Bepaalde risicogroepen zijn vatbaarder voor het ontwikkelen van een afgeplat hoofdje. Dit zijn onder andere premature baby’s, omdat hun schedel zachter en gevoeliger is voor druk, en baby’s die veel tijd op hun rug doorbrengen zonder te worden opgepakt of van positie te worden veranderd. Ook baby’s met torticollis of andere nekproblemen hebben een verhoogd risico, omdat ze mogelijk moeite hebben om hun hoofd in verschillende richtingen te bewegen.

Het behandelen en voorkomen van een afgeplat hoofdje omvat meestal positioneringstechnieken om de druk op de afgeplatte plek te verminderen. Dit kan door de baby tijdens het slapen afwisselend naar de andere kant te laten kijken, regelmatig tummy time (buikligging) te bevorderen wanneer de baby wakker is, en de baby rechtop te houden wanneer dat mogelijk is, zoals bij het voeden of dragen. Als er sprake is van torticollis, kan osteopathie nodig zijn om de nekspieren te strekken en het bewegingsbereik van het hoofd te verbeteren. In ernstige gevallen of wanneer er geen verbetering optreedt met deze methoden, kan een arts een helmtherapie overwegen, waarbij de baby een speciaal helmpje draagt om de vorm van de schedel geleidelijk te corrigeren. Het is belangrijk om dit probleem vroegtijdig te herkennen en aan te pakken, zodat de kans op blijvende asymmetrie wordt geminimaliseerd.

Recente Artikelen

nl_NLDutch